Dag sensitieve bondgenoot,
Ik herinner het me nog als de dag van vandaag toen hij zei: “Anneliesje wacht maar, jouw tijd komt nog wel. Je leeftijdsgenoten snappen het nu niet, ze zien het niet wat ik kan zien. Vergeef het hen. Het is te anders en anders maakt onrustig. Ongekend is onbemind. Weet dat die dingen waar ze nu zo om lachen, het verschil waar ze je nu zo op wijzen… daarin zitten de sprankels van een voor deze dekselse motten ooit onweerstaanbaar vuur. Voor nu, wees geduldig, doe zo voort en blijf vooral je heerlijke unieke zelf”.
Ok, het waren niet exact die woorden die hij zei – mijn leerkracht Nederlands in het tweede middelbaar. Het was wel de kern van zijn boodschap die dus 32 jaar later nog altijd ergens in me is blijven hangen. Iets van, doe maar ‘gewoon’ verder zoals je bent, het is de bedoeling dat je zo bent, ook al is dat niet altijd even gemakkelijk.
Of zullen we anders een kat een kat noemen en zeggen dat het ronduit moeilijk is om jezelf te kunnen zijn bij anderen wanneer je voelt dat je niet ‘een standaard modelleke’ bent. Het leven van de deviant die op welke manier dan ook afwijkt van het gemiddelde is zo op de rand ronduit gevaarlijk. Niet alleen als kind is dat lastig, ook voor ‘grote’ mensen. Toch wanneer je de krachtige betekenis van het woord ‘buiten-gewoon’ nog niet doorvoelt, doorleeft en kan vastpakken als een werktuig met een scherpe rand. Het vraagt verdomd veel moed om dan je freaky dans te gaan dansen op het feestje en niet stilletjes te gaan zitten veilig in een hoekje met een mantel der onzichtbaarheid om je heen gewikkeld.
En het is ook moeilijk om die ene mens te zijn. Die temidden nooit eindigende problemen, moetjes, drukte en schaarste de ruimte, tijd, energie, kalmte en tegenwoordigheid van geest weet te vinden om er zo te kunnen zijn voor een ander. Om die ander te zien voor wie die is en dat te laten blijken en te omarmen.
En toch, maakt het een wezenlijk verschil en om dat verschil te maken stap ik (springen zou overdreven zijn) met volle drift elke morgen uit mijn bed. Want als je nu even teruggaat in de tijd kan je wellicht zo in een vingerknip ook wel die ene mens, leerkracht, vriend, wildvreemde, … voor de geest halen die iets gelijkaardig voor je heeft gedaan. Die even jouw essentie zag en ze overgoot met een geruststellend sausje: het is ok, laat ze maar blinken, de gouden randjes van je rare kantjes!
Mogen binnenkijken in iemands hoofd, hart en ziel is een geschenk. Want natuurlijk, je parels gooi je niet zomaar voor de zwijnen. Dat spreekwoord zal ook wel ergens proefondervindelijk vandaag zijn gekomen.
Mijn buurman wandelt hier elke dag een paar keer voorbij het raam waarachter ik dus op dit eigenste moment deze blog aan het schrijven bent. Hoewel hij de vriendelijkheid zelve is, kijkt hij altijd de andere kant op, want hij heeft geleerd dat het onbeleefd is om binnen te kijken bij de mensen.
Enfin, ik ben dus beroepsmatig en systematisch voorzichtig onbeleefd. En ik vind het heerlijk en een waar voorrecht om voor anderen ‘die mens’ te kunnen zijn. Het bezorgt me zinderingen door mijn hele lichaam wanneer ik in zo’n momenten van puur vertrouwen echt kan zien, helpen wakker maken, doen opleven, oprecht verbinden en zo die ander zijn weg kan zien maken naar buiten vol levenskracht en zin-ergie!