Dag sensitieve bondgenoot
Ik werd 45 jaar. Wat het ook is dat ik dan ‘geworden’ ben wat ik nu nog niet was.
De jaren glippen door mijn vingers door. Ik zeg het zo vaak, dat de tijd zo snel voorbij gaat. Als iets dat dan ‘aan’ me passeert. Wat gek is, want de laatste jaren maak ik steeds meer een punt van ‘trager’ leven.
Ik voel me geen 45.
Ik heb me altijd al op heel wat vlakken ‘achter’ gevoeld. Alsof de rest me altijd voor was. Alsof je deelneemt aan een loopconcours en je je alles geeft en op je laatste adem trapt en dan toch nog strompelend aan de staart voorbij gestoken wordt door een leutige in totale ‘Flinstone-family-outfit-met-kar-en-al’ zingende bende. Jawel, deze iets te lange zin is een weergave van een waar gebeurd verhaal en ik zal de totale acceptatie en overgave die ik in dat moment ervaarde nooit vergeten.
Nu met het ouder worden zie ik het steeds beter, hoewel ik ondertussen ook al mijn bril moet afzetten om in de Colruyt de kleine lettertjes te kunnen lezen op de verpakking.
Ik zie steeds beter hoe mijn ‘achter’ lopen eigenlijk meer een ‘trouw blijven aan’ is en was.
Wellicht vraagt mijn aangebroken ‘middel-scentie’ niet om een grote ‘stormvloedkering’ omdat de verbinding met mijn voor-bestemming altijd ergens genoeg behouden bleef en me als een navelstreng tegenhield om te ver af te dwalen in de periferie van de ‘dingen des levens’.
Ome Jung zegt dat de mid-life-crisis eerder een spirituele crisis is en een transitie-periode aankondigt. Dat we het eerste deel van ons leven worden ‘opgevoed’ en ‘aangeleerd’ om successen te verzamelen in materiële vormen. Ego’s worden dan ‘opgebouwd’, heffen hun hoofden op en groeien door richting het glazen plafond, vaak steeds verder weg van de essentie.
Rond de leeftijd van 45 jaar kondigt zich meestal een kering aan. Dan wordt een lokroep van ergens diep vanbinnen steeds luider en groter. Dan komt de nadruk steeds minder te liggen op het vergaren van nog meer kennis en dingen, maar willen we afdalen. Naar hart en ziel. Dan horen we innerlijke stemmen die grote vragen stellen. Wie waren we tot nu toe al, wat stelt het allemaal voor en waar gaat dit eigenlijk naar toe? Dan zoeken we zin en betekenis. Nut. Vervulling. En voelen we dat het tijd is om de Flinstone-kar te keren.
Wat maakt dit dan voor mij een ‘gelukkige’ verjaardag?
Ik las de volgende quote:
When I’m an old lady
I want to be one of those women
That has a house full of plants, weird rocks & christals.
That just looks after her animals, paints & minds her own business with her crazy hair.
Waarom wachten?
Ik beslis vandaag dat ik eindelijk ‘oud’ genoeg ben om nu al die vrouw te zijn.
Dat ik niet hoef te wachten op het ‘juiste moment’.
Dat ik het niet hoef te ‘verdienen’.
Dat het niet iets is wat je pas kan wanneer je voldoende ‘levensmiddelen’ hebt vergaard.
Dat het nu al is gepermitteerd.
Om de roep van mijn hart en ziel te volgen en om te doen wat ik ben.
Ik volg de kruimels op deze bobbelige trage holle weg.
As het kan geniet ik languit in momenten van vertoeven op open vlaktes in de volle zon.
En evengoed hou ik me vast aan mijn navelstreng en de takken van de bomen wanneer het pikdonker wordt in het grote bos en er allerlei akelige vreemde dingen ruisen in het struikgewas.