De stormvogel

Wanneer het stormt moet je binnen blijven!

Waar gaan de vogels dan naartoe, die geen ‘binnen’ hebben?

Lezen ze met het aanvoelen van de veranderende luchtdruk tegelijk ook de kroniek van een aangekondigde dood?

Voelen ze angst wanneer de hel dan uiteindelijk in al zijn hevigheid losbarst?

Het oude vrouwtje met uitgaansverbod kijkt lachend uit het raam. Ze voelt zich vereerd dat ze ten dans wordt gevraagd door de bomen in haar bos. Ze gaat gretig op de uitnodiging in. Haar koele stijve botten worden er helemaal warm van. Ze lacht om haar bezorgde achterkleinkinderen, ook al viel er net zo’n hoge boom die net teveel wind had gevangen op haar dak. Welke levenswijsheid maakt haar zo fearless? 

Hoe heeft het Spaanse graan de orkaan doorstaan? 

Wanneer is de kust weer veilig genoeg om uit ons holletje te kruipen? 

Wat is de juiste dekking om op te zoeken? 


Elke vogel zoekt de beschutting die bij hem past zo blijkt. 

Daar denken ze niet over na, dat weten ze gewoon. 

Het vraagt wel wat zelfkennis. 

Bij welke windsnelheid waai ik weg? 

Ben ik hier voor gemaakt of niet? 

Elke vogel ervaart de storm op zijn manier, afhankelijk van hoe ie gebekt is. 

Voor de holenbroeder is het een uitnodiging om nog snel wat goed te eten, snel een schuilplaats op te zoeken, de donsveren op te zetten en een uiltje te knappen. 

Voor de ander is dezelfde vlaag net de aankondiging van een groot feest. 

Als stormvogel of meeuw raak je niet zo snel van je melk bij wat stootjes. Ze surfen al roepend en spelend op de golven van de wind en denken alvast lichtjes saliverend aan de zeeschotel die hen straks wacht aan de kustlijn. De storm is net hun misschien wel grootste geluk. 

Ondertussen verhongert de jonge onervaren uil wanneer diezelfde kracht de geluiden van zijn prooi smoort en zijn radar verstoort. 


We hoeven ons geen zorgen te maken om hen.

Ze liggen er niet van wakker. 

Zij kennen de wetten van de natuur zonder dat die ergens neergeschreven hoeven te staan. 

Die wetten spreken tot hen als de stem van hun ziel, hun aard, hun natuur, hun intuïtie, hun weten… hoe je het ook wil noemen, zij hebben er alleszins geen woorden voor. 

Ze weten ook beter dan daar mee te willen gaan onderhandelen, controleren en manipuleren. No Energy to Waist. 



Carl Jung zei -What you resist persists-

Niemand - geen wezen, gedachte of actie ontkomt aan de ‘wet van de aantrekking’. 

De storm heeft het niet op ons gemunt. Ze neemt geen wraak. Ze wil ons niet bewust eens goed bij de haren pakken en door elkaar schudden omdat het nu wel welletjes is geweest met ons wangedrag. 

Het is simpelweg een soort ‘herkalibreren’, opnieuw ijken of instellen. 

Een ontlading. 

Een terug in balans brengen van de energie die uitgestuurd werd. 

Want alle aandacht, focus, emotie, gedenken, heftigheid, … die je als geschut afvoert om iets te ‘weerstaan’ of in weerstand te ‘bevechten’, stort zich met dezelfde energie als jij er naar toe breng weer op je terug. Wat goes around comes around. Een kanon-boemerang. 

Het is energie. 

Die stroomt.

De boom ‘weet’ dus dat hij niets ‘moet’ doen om het probleem van de storm te fixen. 

Het overkomt hem, het waait door hem.


Ik kijk uit mijn raam naar de eik die hier trouw op post voor me staat. 

Diep geworteld met zijn armen in alle kwetsbaarheid opgeheven naar de lucht, zich overgevend aan het alles. 

Laat maar komen, ik vertrouw erop dat het voor het hoger goed is. 


Wanneer ik worstel met de idee dat ik meesterschap wil verwerven over zoiets als geduld, aanvaarding, … kijk ik naar hem. 

Ik ben de leerling al tokkelend aan mijn bureautje. Hij staat vooraan de klas bereid me al zijn wijze lessen toe te vertrouwen. Als ik maar even stil wil staan en naar hem kijk. 

Ik vraag hem wel eens. Hoe doe jij het? 

Ik zie in hem de sterren, de oceaan, de vogel, de ezel, …

Want deze schatten herinneren ons zonder bijbedoelingen allemaal aan die goeie oude wetten van de natuur, die ook voor ons gelden. 


Alle zweverigheid op een stokje. Wij zijn als de bomen, de wolken, … zij het wat stuntelig en onhandig of onhandelbaar geworden. 

In die natuurwetten komen we immers vaak uit op dat punt waar ons idee van ‘meesterschap’ stopt. 

Op die klif met scherpe afgrond staan we dan te staren naar de zee, met onze hoepelrok al waaiend in de wind, zonder een andere keus dan te buigen voor die krachten die zoveel groter zijn dan die van ons. 


Geen zin om vast te houden aan de nooit eindigende verandering. 

Hoe zou het toch zijn om ‘los te laten’. 

Wanneer het vanbinnen stormt en je niet goed weet waar je nog naartoe moet kruipen om te schuilen. 


Om los te laten moet je niets ‘doen’, daarom heet het laten (de woorden van Jan Bommerez - paying it forward).

Hoe zou het zijn om het te laten om dingen te willen veranderen. Te fixen. Te controleren. Het anders te willen. 

En ‘gewoon’ toe te staan dat het gebeurt. Precies zoals het is.

Op het moment dat ik dit schrijf stopt het met regenen en klaart de lucht wat op.  

Er akkoord mee gaan en ermee verbinden, misschien wordt dat het dan. 

Een beweging van Verzet-loos-heid.

Niet onderdrukken maar door je laten stromen zodat het geen sporen hoeft na te laten. Zodat het niet moet gaan etteren daar waar je het hebt weggestopt en vastgezet diep in je lichaam. 

What you resist persists. 

Energie wil naar buiten. Wil stromen. Bevriest wanneer je het gaat vasthouden. Weerstand maakt ons rigide, waarmee het risico dat we krakken hoger wordt. De wet van de Flexibiliteit.

Het prooidier piekert niet, maalt er niet over, maar briest het eruit met volle kracht, schudt het van zich af met alle macht en gaat verder grazen. 

Wanneer de wind van het leven blaast, merken we pas hoe sterk we staan. Hoe goed we al zijn geworden in het mee buigen en dansen. 

Of hoe we nog knakken en bezwijken onder de onopzettelijke slagen en verwondingen van de windstoten en vluchten we ondergronds om dekking te zoeken.   

We kunnen beter worden in meer flexibel zijn. 

In aanvaarden. 


Ik betrap me erop te denken ‘laat dit kakweer maar snel over zijn’, daar heeft toch niemand wat aan.

Lap, nog een natuurwet die ik aan mijn laars lap, die van 'alles heeft zijn ritme'. 

De wet van het ritme stelt dat alles in het leven komt, blijft en verdwijnt. Je weet wel, de seizoenen enzo, eb-vloed, dag-nacht. 

Deze wet leert ons dat we kunnen berusten in het feit dat deze fase ook zal overgaan en dat er een nieuw ritme aan zal breken. 

Stilte voor of na de storm zo u wil. 

Alles is voortdurend in verandering. 

De natuur is daarbij echter nooit gehaast. 

Laat zich niet bullebakken door ons gedacht erover. 

Alles wordt volbracht, op zijn tijd. 


Hij zegt het met zachte stem, mijn boom, het bos, de zee, … alles op zijn ritme en tijd, pak de tijd. 

Be patient. 

Stop even, zet je haastknop af, en adem efkes. 

Ontkoppel even om aan te knopen bij de lenteknopjes. 

Breng je tempo weer in de pas van je natuurlijk ritme. 


Alles in het universum beweegt in zijn perfecte ruimte. 

De dans van de flow. Van actie en reactie. Van omhoog en omlaag. Heen en weer. Vooruit en achteruit. Vroeger of later. 

Alles vindt zijn vorm. 

De natuur is zoveel intelligenter dan mijn beperkte denken.

You know nothing Annelies.

25 februari 2022

De stormvogel
keyboard_arrow_up
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x