De Golden Girls

Daarnet toen ik aan de straatkant mijn huisnummer aan het water geven was (dat leg ik een andere keer nog wel eens uit), passeerde een van mijn buurvrouwen. 

Doe iets gek en je hebt meteen voer voor gesprek… aldus, “Ben jij dat nu water aan het geven?” ... en we waren vertrokken. 

Ze woont al een 40 jaar langer in ons dorp dan ik, 85 lentes heeft ze al op haar teller staan en ze is alive and kicking. Een lichaam dat tegensputtert hier en daar maar van tong nog jong (haar woorden).

Ik complimenteer haar dat ze nog goed bewaard is gebleven voor haar leeftijd. 

En met oprechte verbazing denkt ze net hetzelfde wanneer ik haar mijn leeftijd verklap. Ik zie er volgens haar nog uit als een frisse 20-er en niet de 44 die ik deze week geworden ben (en jawel ze heeft een bril op en die is net door de opticien helemaal op punt gesteld en recht gezet). 

Onze fris-fruitige verschijning hebben we alvast gemeen met elkaar. En daar houdt het niet op. 

We wonen ook allebei alleen in ons huisje in de straat. 

We hebben allebei een tuin, al zijn haar pompoenen een pak groter dan die van mij.

 

Terwijl ik zo met haar aan de babbel ben moet ik even aan mijn overleden oma’s denken. Ze schieten me te binnen. Op het einde van hun vruchtbare leven was hun 'alleen zijn' vooral verworden tot eenzaamheid. 

Deze mevrouw (met zo’n schattige mannen-naam waar ze in den tijd een -ien aan plakten om die te vervrouwelijken en ik vermoed ook een -tje om te verzachten), lijkt niet eenzaam. 

Tussen de regels geeft ze me een aantal van haar geheimen prijs voor een lang en gelukkig leven.


En dit tegengif tegen eenzaamheid springt voor mij uit dit rijke gesprek:

Niemand wordt gespaard van de nodige zorgen, kommer en kwel. Ook zij niet. Het leven maakte van haar dan ook geen zondagskind. Dat doet ze helemaal zelf. 

Op zondag gaat ze naar een voor haar heilige plek en zingt ze en bidt ze, doorloopt ze de rituelen en vindt ze een veilige plaats om vrijelijk te bezinnen over de dingen die ’s avonds als de donker valt in haar lege huis alleen maar tot piekeren leiden. 

Niet alleen dat maakt haar zondagen zo zonnig. 

Op zondagen heeft ze ook zonder pardon een vaste rendez-vous met ‘haar gang’. De groep van Golden Girls gooien dan hun eeuwen van levenservaring op een gezellige hoop en vieren voor en na de viering een ander feestje. Een aperitiefje en erna een lekker stukske eten en vooral heel veel lachen en moppen tappen, want ze is te oud geworden om met een zure lip door het leven te gaan. Diegene die daar op die wekelijkse groepsdate weg is wordt gezien, want daag je niet op de afspraak op, dan word je gemist. 

Ze verbinden. Ze zijn daar dan samen vanuit hun meest opr-echte zelf, want het lange leven heeft hen ondertussen ontdaan van alle rimpel-bedekkende maskers. En dat werkt. 

 

En dus, geen enkele ontmoeting is toevallig, slorp ik dankbaar deze vriendelijke reminder tot in het diepste van mijn vezels binnen. Verbinden is de boodschap. Oprecht. Mezelf laten zien hoe ik echt ben. Bezield. Met open armen, hart en ziel. Regelmatig. Elke dag. Ook als het een zekere dapperheid vereist. 

 

Want deze soort van verbindingen ervaren is een diep verlangen dat we allemaal met mekaar delen en als dat verlangen te hongerig wordt begint het te zeuren om voedsel. Het is een sleutel waarop ons geluk en onze gezondheid draait. 

 

Ik wil dat niet alleen weten - dat het belangrijk is. Het is een kwestie van dan ook de daad bij het woord te voeren natuurlijk, want het is van wezenlijk belang om je gedrag in lijn te zetten met je diepste verlangens. En dat is geen makkie. 

 

Hoe dus? Ik denk niet per se door (in dit geval verbinding) krampachtig op te zoeken. Deze kliek van mijn buurvrouw is ook maar gewoon spontaan ontstaan. Een kwestie van ‘we zitten hier nu allemaal toch, dan kunnen we maar beter ons pateekes ook samen opeten’. De actie zit hem in zoiets dan toe te laten, er voor open te staan en uitnodigingen om te verbinden met beide handen aan te nemen. 

 

En zo deden ...-ien-tje en ik het... en dat heeft gevolgen

Ik weet bijvoorbeeld nu dat, als ik me dan toch al eens eenzaam zou voelen in het alleen zijn, ik ook altijd terecht kan bij de levenslustige buurvrouw een paar huizen verder voor een tasje koffie. Zonder dat ik dan zal moeten praten over wat er scheelt. 

 

De daad bij het woord voeren. Door iemand oprecht te vertellen hoe dankbaar je bent voor wat ze voor je doen of zijn in je leven. Door iemand te durven zeggen dat je ze graag ziet. Door kleur te bekennen in hoe het echt met je ‘is’ (en niet alleen gaat). 

 

En door te knuffelen

“Dat is het enige wat ik af en toe wel mis”, zei mijn buurvrouw. 

“Wil je er eentje”, vraag ik, want ik voel in elke cel van mijn lijf dat ik er eentje aan haar te geven heb. 

“Awel ja, laten we eens zot doen”. 

En zo wordt ons onderhoud, in de knusse ruimte tussenin, die er in een omhelzing wordt gemaakt en waar de ziel zich in kan nestelen, afgerond. 

 

En met een voldane en gevoede ziel wij allebei weer naar binnen om een ander hongertje te stillen met een boterhammeke. 


Volg je graag mijn wekelijks (b)logboek van (en dus misschien ook wel voor) een gevoelige ziel. Meld je dan hier even aan en elke vrijdag krijg je van mij een sensitieve post in je mailbox. 


De Golden Girls
keyboard_arrow_up
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x