Een Honjok op St-Kilda

Dag sensitieve bondgenoot,

 

Ik hou niet van het woord ‘vrijblijvend’ wanneer het over eender wat gaat. Vrijblijvend in de betekenis van iemand die op zoek is naar een ‘ik weet het nog niet’. Iemand die zegt, 'ik volg heel graag wat je deelt, maar vrijblijvend'... 'Het maakt niet uit'...  

Ik word daar ongemakkelijk van. 

Misschien is dat omdat ik een herstellende pleaser ben. 

Wat betekent dat ik nu voor mezelf steeds meer voel dat ik geen ‘optie’ wil zijn. Ik ben een geschenk. Ik ben niet vanzelfsprekend. Dit neerschrijven als dus die herstellende pleaser voelt nog niet helemaal zo vanzelfsprekend - en toch weet ik dat dit een belangrijk onderdeel is van het ‘herstel’. Dus voilà, het blijft hier zwart op wit staan.  

Ik doe eigenlijk weinig aan vrijblijvend. Van het moment ik me voor iets of iemand engageer ben ik er totaal. En toch voelt dat altijd super vrij. 

Want een keuze

Juist net omdat ik me op die manier engageer met alles en iedereen, heb ik ook heel veel nood aan ‘alleen-tijd’ om te bekomen, te verwerken, te rusten, op te laden. Om op een duurzame manier zo intens sociaal aan de gang te kunnen blijven, want ik heb ook maar zoveel energie en wil ook naar mezelf dezelfde toewijding geven. 

We hebben niet altijd te kiezen. 

De afgelopen week kwam het thema ‘eenzaamheid’ me langs verschillende kanten aan de oren. 

Dus wil ik er graag over schrijven. Omdat het nogal relevant is als je de cijfers leest over het aantal (jonge) mensen die aangeven zich chronisch eenzaam te voelen. Dat is natuurlijk geen keuze. En voelt allerminst vrij. Eerder als een gevangenis. 

 

Hoe eenzaamheid voelt weet iedereen. We zijn op deze aarde met zovelen ‘chronisch eenzaam’ dat het op die manier gek genoeg een grote groep mensen met mekaar verbindt in een staat van zijn. 

 

Ik voel een zenuwachtige pijnscheut.
Een rusteloos niet ingelost verlangen.
Het is de eenzaamheid die huist in mijn handen,
waar ze gelukkig kan tellen
en in elke vinger een betekenis en uitweg vindt.

Een troost, een aanwijzing, een middenweg, een engagement, een klein fijn ding.

En zo vluchtig kan blijven.
Vrij blijvend op kan gaan in een vuist, een kruising en een hopen maar, een vredesteken, de warmte van mijn hart, een stukje muziek, woorden, …

 

Het verschil tussen veel ‘alleen’ (willen) zijn en ‘eenzaamheid’ is groot. En toch kan het ene heel lang prima voelen en dan ongemerkt te beginnen veranderen tot het op een dag het andere is geworden. Hoe verwordt een allleen tot een eenzaam? 

Dat zag ik prachtig in beeld gegoten toen ik onlangs een reportage zag over St Kilda, een eiland in de buiten-Hebriden. Een archipel in de meest wilde koude Noordelijke zee. Heel moeilijk om erop te geraken. Heel moeilijk om er weer af te geraken. Tenzij je vluchtig bent. Als een vogel. Die zijn daar niet alleen maar met miljoenen. 

Ik bedacht me, zou ik op zo’n eiland kunnen wonen? Ik ben best wel goed in alleen zijn met mezelf, alleen als  je op zo’n eiland wil gaan huizen moet je wel tegen heel veel ‘alleen’ zijn kunnen. Zodat je er niet vergaat van eenzaamheid. 

 

Ooit zette de mens voet aan wal op St Kilda. Duizenden jaren geleden in de tijd waar brons nog het nieuwe goud was. 

Dat was een keuze. Ze werden uit de wilde barre zee aangetrokken door een potentieel aan rijkdom. De rijkdom van een simpel leven zonder al te veel bezittingen. Een eiland delen met De Jan van Genten en Papegaaiduikers - waarvan een groot deel belandden op een bord. Zo over-leefde de mens er eeuwen. Het was een goed overleven, in allerlei veranderende omstandigheden, zonder gepieker, omdat het zo was en altijd zo zou zijn. 

Tot de wereld rond het eiland veranderde en allerlei verlokkingen en verleidingen via radiomasten op hun alleen plek binnen sijpelden. Tot de contouren van een ander leven aan hun horizon begon te lonken. Minder fysiek. Minder afgezonderd. Minder simpel.

Het eiland bleef hetzelfde, de bronnen identiek… alleen verandert er iets in de waarde ervan, doordat iets in de geest van die mens niet meer leefbaar werd. Het alleen zijn begint dan plots anders te voelen. Als een gemis. De gemeenschap valt er door uit mekaar. Tot op een Black Friday de laatste man op een bootje terug de wilde zee en het zwarte gat van de verleiding instapt en voorgoed het eiland verlaat. 

Het eiland dat ooit aanvoelde als de hemel op aarde werd een gevangenisdoordat iets in de geest veranderde. Niet meer vrijblijvend. Niet meer vogelvrij. Alleen niet meer alleen, maar eenzaam en alleen. 

 

Sinds het vertrek van de mens wordt St Kilda een ‘verloren wereld’ genoemd. Wat gek is want de koeien, schapen, vogels die er nog steeds ver-blijven ‘vinden’ er nog altijd exact wat ze nodig hebben. 

De enkele mensen (vaak nakomelingen van die laatste nederzetters die er opvlogen) die er nog terug geraken spreken over een krachtig aura dat ze voelen en omschrijven het als een plek van ‘verloren zielen’. Bij de uittocht naar betere oorden bleven de zielen misschien wel achter op het eiland.
 

Het verschil tussen alleen en eenzaam is een geesteshouding

Ik ben er nog niet zeker van of dat klopt (alleszins niet in het geval van chronische eenzaamheid), maar dat lees ik in het boek ‘Honjok - de Koreaanse kunst van het alleen leven'. Afzondering of alleen zijn is een keuze zegt het, eenzaamheid niet. Eenzaamheid is een leegheid die alleen gevuld kan worden met verbondenheid. 

Honjoks voelen zich niet eenzaam. Momenten van eenzaamheid zijn vrijblijvend. Zij kunnen zichzelf vinden op een verloren eiland, vogelvrij. 

Honjoks hebben een groot verlangen om afzondering op te zoeken, alleen te wonen en genieten ervan. De gemeenschap van honjoks is een stam, een stam over de hele wereld van gelijkgestemden in dat verlangen. Ze genieten van hun eigen gezelschap. Hun alleen zijn kent een positieve essentie. 

 

We leven in een ‘tribale’ wereld die een oordeel heeft over zulk een verlangen tot alleen zijn. 

In de blog van vorige week schreef ik over ‘succesvol’ mens zijn. 

Ik durf te stellen dat voor de sterk sensitieve ‘loners’ onder ons regelmatige momenten van alleen zijn vaak de sleutel zijn tot zo’n succesvol bestaan. Het maakt zo’n succesvol bestaan juist mogelijk. Het stimuleert de creatieve en innovatieve vermogens van de menselijke geest.

Einstein zag in alleen zijn de grootste kans om te verwonderen en waarheid te vinden. Picasso vond dat zonder diepe eenzaamheid geen serieus werk mogelijk is.
 

Sologamie betekent trouwen met jezelf. De geloften die je aflegt zijn: zelfrespect, geloof in jezelf, compassie met jezelf. Tegen jezelf kunnen zeggen: you complete me betekent dat je compleet bent ook in afwezigheid van anderen en zo toegewijd bent aan jezelf. 

Alleen tijd betekent dan niet ‘zonder’ iets - wel mét jezelf zijn. Het krijgt zo een andere associatie: vervullend ipv ontoereikend. 

En dat maakt dan een verloren wereld van verschil.
En zonder afleiding alleen zijn met onszelf blijkt toch oh zo moeilijk.


Moraal van dit verhaal?
De momenten waarop alleen zijn voor mij de kleur krijgt van eenzaamheid, zijn vaak de momenten of periodes waar de tribale buitenwereld naar me roept en schreeuwt en ik in het rondkijken en vergelijken mezelf niet herken. En me vragen begin te stellen over mijn natuurlijke noden en manier van zijn. Is dat wel normaal, gezond? Moet ik niet naar en voluit daar in die wereld zijn… met het risico dat ik er mijn ziel bij verlies en verloren raak in de massa van mensen die totaal anders in mekaar zitten dan ik.

Alleen willen zijn is niet raar.
Het is een kunst.
Samen zijn wordt dan mooier.

 

Hoe raakt het jou? Ben je een Honjok - wat vind je er het moeilijkst aan? Doe jij aan sologamie? Wil jij naar het eiland van verloren zielen? Is het een geesteshouding? Ik hoor het graag! 

Volg je graag mijn wekelijks (b)logboek van (en dus misschien ook wel voor) een gevoelige ziel. Meld je dan hier even aan en elke vrijdag krijg je van mij een sensitieve post in je mailbox. 


Een Honjok op St-Kilda
keyboard_arrow_up
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x