De winter als verzwaringsdeken

Herfst en winter are coming, dit jaar met een extra pittige corona-saus erover heen. De klok is – bij sommigen met angst in de ogen – een uurtje teruggedraaid.

De meeste dieren hebben hun kinderen het huis uitgezet, de oogst wordt binnengehaald met de energie van de zomer erin opgeslagen. Zaden en noten worden opgesmikkeld. Geen uitbundige indrukwekkende paringsdansen meer, misschien eerder nog een romantisch kamerconcert. Marmotten-tijd, een huiswaarts keren, of het voorbereiden op een diepe slaap.  

Het jaargetijde waar de natuur tot stilstand komt. De vormeloze periode tussen het oude en het nieuwe in. Er mag worden gerust. Het is gepermitteerd, misschien wel broodnodig. 

En toch. Deze natuurlijke beweging van snel naar traag – van buiten naar binnen – voelt in de tegenwoordige tijd soms ‘onnatuurlijk’ aan en creëert al eens wat weerstand. Je wil misschien dit gedeelte liefst helemaal overslaan. De leegte of de koude vermijden, een volledige stilstand voorkomen. 

Ook ik moet me hieromtrent soms bewust even met een zekere strengheid toespreken. Kalm aan Annelies, effe tempo schakelen, ‘vitesseke’ lager. 

Wetende dat tijd en hersteltijd nemen voor mij eigenlijk heel het jaar door een pure noodzaak is. Logisch want ik vang meer op vanuit de omgeving en verwerk dieper op alle lagen = meer energieverbruik. Toch kan het accepteren van dit ‘feit’ al eens een worsteling zijn. 

Dus: slow down is de boodschap, nu ook zeker wanneer de (en dus ook onze) natuur hier toe uitnodigt. Voorgestelde corona-maatregelen treden de natuur in deze stelling bij. En toch voelt het als een dwang, een gemis, een straf, … 

Ik nodig daarom de winter uit om zich als een verzwaringsdeken over me heen te spreiden. 

Zo bekeken mag de winter een schuiloord zijn van waaronder je kan verbinden met de rust, de stilte, de leegte, de warmte die je voelt nadat je de koude hebt getrotseerd, de gezelligheid, de huiselijkheid, … 

Maar ook een stevigheid, standvastige druk en steun die uitnodigt om even afstand te nemen, na te denken, op een gek moment misschien zelfs wat te filosoferen over het leven. Het mag een even verdwijnen zijn onder die deken in een tijdelijke tussen-nis tussen sterven en nieuw leven. Even een moment. 

Vanonder die knusse zachte plek, misschien met een boek ter hand, worden evenwel plannen gesmeed, mag al eens vooruit gekeken worden. Niet te wild, maar toch vastberaden en hoopvol. 

Ik kan het niet laten hier en nu al vooruit te kijken, wat bloembollen in de grond te stoppen, zaadjes of mest uit te spreiden en zo eens te knipogen naar de lente die onwaarschijnlijk zeker komen zal. Dit geeft perspectief, verlangen, warmte, … tot het licht weer terugkeert en de natuur weer fris zal ontwaken. 

De natuur is er trouwens altijd voor mij, dat weet ik. Ook stil en winterslapend, een spiegel van ijs, luistert en reflecteert ze als ze zachtjes toegesproken wordt. 

Geïnspireerd door het boek : De vier richtingen van Daan van Kampenhout

27 oktober 2020

De winter als verzwaringsdeken
keyboard_arrow_up
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x